Neem rustig de tijd om te wennen aan de sauna – maak van jouw eerste saunagang een ontspannen moment. Een goede saunasessie bestaat uit opwarmen, afkoelen en rusten.
Als je elke dag de sauna gaat gebruiken, houd het bij één saunasessie per dag. Als je twee keer per week naar de sauna gaat, kun je zeker voor een tweede sessie gaan. Als je slechts één keer per week of nog minder vaak van de sauna geniet, kun je ook voor drie sessies gaan.
Meer dan drie saunasessies achter elkaar worden afgeraden, omdat vaker naar de sauna gaan het positieve effect van de sauna niet vergroot, maar je door te intensief gebruik het tegenovergestelde bereikt.
Zo haal je het meeste uit jouw saunasessie:
Voorbereiding
-
Neem een warme douche om je huid te reinigen en je lichaam op temperatuur te brengen.
-
Droog jezelf goed af – een droge huid gaat sneller zweten.
-
Doe sieraden en horloges af.
-
Neem een warm voetenbad, dit helpt om het lichaam geleidelijk op te warmen, de bloedcirculatie te stimuleren en de spieren te ontspannen, wat zorgt voor een betere voorbereiding op de hoge temperaturen van de sauna en een dieper ontspanningsgevoel geeft.
Eerste saunagang
-
Ga ontspannen zitten of liggen op een handdoek.
-
Beginners beginnen met kortere verwarmingsfasen, maar niet met lagere temperaturen of de laagste bank. Een korte, krachtige prikkel wordt beter door het lichaam verwerkt dan een langere, gematigde prikkel.
-
Blijf 8 tot 12 minuten in de sauna – en luister naar je lichaam. Voelt deze duur niet goed, stop dan eerder. Bouw de duur van de saunagang bij een ontspannen gevoel geleidelijk op naar 12 tot 20 minuten.
-
1 of 2 minuten voordat je de ruimte verlaat, bereid je je bloedsomloop voor: Ga rechtop zitten, beweeg je armen en voeten om de bloedsomloop te stimuleren.
Afkoelen
-
Verlaat rustig de sauna.
-
Ga naar buiten voor frisse lucht (liefst in de tuin of balkon).
-
Koel daarna af met een koude douche of dompelbad (van voeten naar boven).
Rustmoment (10–15 minuten)
-
Neem de tijd om te ontspannen: ga rustig zitten of liggen.
-
Drink water of kruidenthee.
-
Laat je hartslag en lichaamstemperatuur dalen.
Tweede (en eventueel derde) saunagang
-
Herhaal stap 2 t/m 4 nog één of twee keer.
-
Tijdens de tweede of derde gang kun je een opgieting doen met water en sauna opgietmiddel voor extra intensiteit.
Giet kleine hoeveelheden water met opgietmiddel voorzichtig op de hete stenen. De opstijgende stoom is heet – houd afstand.
Afronding & nazorg
-
Hydrateer: drink voldoende water of kruidenthee.
-
Sluit af met een lauwe of warme douche.
-
Kleed je niet direct aan na een saunagang, want je lichaam is nog warm en gaat opnieuw transpireren.
-
Neem plaats – bij voorkeur naakt of met een handdoek – op een ligstoel buiten de sauna en gun jezelf een moment van ontspanning.